Gepubliceerd 19-02-2003
Enkele weken geleden sloot de rubriek Hervonden Soest af met de volgende lezersvraag; naderde Jacob van Lennep vanaf Amersfoort Soest nu via de Peter van de Breemerweg of via de Birkstraat? Deze vraag kwam naar voren naar aanleiding van de door Jacob van Lennep geschreven avonturenroman Ferdinand Huyck. Een roman is meestal een mengeling van waar gebeurd en verzonnen en daar zal deze geen uitzondering op wezen. We weten wel mede dankzij de televisie serie van enkele jaren terug dat Jacob van Lennep samen met ene Hogendorp door het land getrokken is om de toestand van het land te beschrijven. In de televisie serie zoekt de schrijver Geert Mak de plaatsen waar de heren geweest zijn weer op en het is boeiend om te zien wat er nog over is van toen. De serie is zeker het herhalen waard. Om terug te keren naar de vraag hoe Jacob Soest binnen gekomen is verwacht ik dat hij via de Peter van de Breemerweg naar Soest gewandeld is, hij beschrijft een bocht in de weg waarna hij de Oude Kerk in volle glorie kan bezien. Deze bocht zou volgens mij gelegen zijn waar die nu nog is namelijk ter plaatse van de boerderij van Rob Wiegers. Deze boerderij droeg vroeger de naam “De Krommert” en deze naam komt weer van de sloot die langs deze boerderij naar de Eem liep. Op oude kaarten wordt die sloot ook wel de “Kromsloot” genoemd en was vroeger een soort meanderde kreek. In de tijd van Jacob werd de Peter van de Breemerweg ook wel de oude Soesterweg genoemd hoewel ik niet denk dat er al straatnaambordjes stonden.
Als Jacob van Lennep over de Birkstraat gewandeld zou zijn zou hij zeker wel over de “Hofslot” een opmerking gemaakt hebben. Deze toch imposante buitenplaats zou zeker zijn aandacht getrokken hebben en de eigenaar was evenals Jacob een Amsterdammer.
Deze foto komt uit het archief van Jan Hilhorst van de kaasboerderij “De Staelenhoef” uit de Birkstraat. Ook over de buitenplaats en zijn bewoners heeft hij een mooi verhaal geschreven maar door vroegtijdige overlijden van Hilhorst is het nooit tot publicatie gekomen. Wel heeft G.J.M. Derks en ondergetekende dankbaar gebruik gemaakt van zijn vergaarde gegevens om de geschiedenis van de buitenplaats nader te onderzoeken. Hij was niet de eerste die over de buitenplaats “Hofslot” schreef, ook dominee Bos had er al het een en ander van op papier gezet. Dat zal voor de dominee niet moeilijk geweest want hij was blijkbaar een huisvriend van de familie Craandijk, hij is tenslotte begraven in het graf bij de laatste eigenaresse Craandijk. Betrouwbaar is zijn verhaal echter niet, we zijn al verschillende fouten tegengekomen die ons aanmoedigen om te onderzoeken waarom hij bepaalde fouten maakte.
De buitenplaats “de Hofslot” heeft vroeger aan de Birkstraat gestaan, ongeveer ter plekke van de boerderij van Wim van Hofslot, schuin tegenover de Avia. De buitenplaats is in 1877 geheel door brand verwoest niet meer herbouwd.
Tot eind april kunt u in het museum Oud-Soest op een kleine tentoonstelling over de buitenplaats en de familie van Hofslot meer vinden. In de rechter-benedenzaal zijn meerder foto`s en documenten te zien. Aanbevolen.
Nagekomen commentaar:
Geachte heer van Brummelen, Op de website over Verdwenen Soest vond ik wat informatie over de verdwenen buitenplaats Hofslot. Ik kwam op deze pagina doordat ik gericht gegevens over deze buitenplaats zocht, na het lezen van het volgende artikel: "Abraham van der Meersch, ‘De laatste vaderlijke lessen‘ (1721)", ingeleid en voor uitgave gereedgemaakt door P. Visser en S.B.J. Zilverberg", in: Doopsgezinde Bijdragen (1991) p. 153 e.v. Het betreft de bronnenuitgave van een vroeg 18de-eeuws handschrift van Abraham van der Meersch (1643-1728), waarin deze behalve enige autobiografische notities ook een aantal wijze lessen voor zijn gelijknamige kleinzoon op papier heeft gezet. Abraham van der Meersch was een doopsgezind koopman te Amsterdam, die fortuin had gemaakt in de linnen- en lakenhandel. In 1709 besloot hij zich echter uit het familiebedrijf aan de Keizersgracht terug te trekken, te rentenieren en meer in de buurt te gaan wonen van zijn twee zoons Pieter en Arend, die te Amersfoort stonden aan het hoofd van een zeepziederij. Heel beknopt schrijft hij hierover: "Ao. 1709. mijn huijshouding, in Amsterd[a]m opgebrooken hebbende ben ik metter woon gegaan, op de hofsteede genaamt hofslot aande Hoogebrink bij soest, met mijn dogter de weduwe van david roeters, en daar seeven jaar stil en aandagtig versleeten tot - Ao. 1716 als wanneer die hofsteede verkogt wierd, en alzo is mijn pelgrimage, en vreemdelingschap in deeze weerelt, dus verre ten Eijnde Geloopen zijnde nu Ao. 1721". Ik ben bezig met een vrij grootschalig onderzoek naar doopsgezinde kooplieden in Amsterdam in de 17de en 18de eeuw en kijk daarbij ook naar hun materiële cultuur, w.o. het bezit van buitenplaatsen. Mij interesseert of over de vroegere geschiedenis van Hofslot meer bekend is, wat bovenstaande gegevens zou kunnen aanvullen. Is er bijvoorbeeld ook een oudere afbeelding van de buitenplaats bekend? Graag zou ik hierover meer vernemen. In afwachting van uw reaktie, bij voorbaat dank en met vriendelijke groet, Daan de Clercq
Hartelijk dank voor het doorsturen van onderstaande mail, helaas heeft Daan de Clercq niet zijn e-mail adres vermeld dus wilt u deze mail weer naar hem doorsturen. Beste Daan, Dank voor u e-mail, wij, Gérard Derks en ondergetekende zijn ook in de geschiedenis van de buitenplaats "Hofslot" geïnteresseerd en trachten met onderzoek in de archieven meer te weten te komen over deze buitenplaats. Zo hebben we een eerste vermelding uit 1643 gevonden en betreffende eigenaren is al een aantal eigenaren bekend. De koper in 1643 was sinjeur Justus Baeck, koopman in Amsterdam. In het verleden heeft wijlen J.G. Hilhorst al onderzoek gedaan helaas niet altijd met bronvermelding. Uit zijn niet gepubliceerde beschrijving "Hofslot en zijn bewoners" zijn onderstaande gegevens afkomstig. In 1712 wordt van de erfgenamen van zijn dochter Adriana Bake de 20e penning geheven. Op 6-6-1719 wordt Mr. Teckman eigenaar en ook bewoner? Dan zou op 13-7-1727 de heer Isaac Inssen uit Amsterdam eigenaar en bewoner worden. Inssen heeft aan de hervormde gemeente in Soest een pastorie en uurwerk in de toren geschonken. Deze goede daden zijn op zijn grafzerk vermeld die nog in de oude kerk aanwezig is. Na Inssen worden Jacob Doeckes en Jacob van Pembroek genoemd. Deze laatste staat bekend als patriot en zou ook in Amsterdam meer bekend zijn. Tussen voornoemde drie personen zou een familieband bestaan. Na weer een verkoping wordt Lodewijk Frederik Krebs of Kreps eigenaar, hier is nog heel weinig van bekend. De hernieuwde buitenplaats is herbouwd door de Amsterdamse koopman Pieter Craandijk die mogelijk het kapitaal van zijn schoonvader Coenraad Vissering zou hebben verkregen. Helaas is ons nog geen oudere afbeelding bekend. De afgebeelde buitenplaats is gebouwd rond 1823 en afgebrand en niet herbouwd in 1877. Als u van bovengenoemde personen meer weet horen wij dat graag. Ik ben woonachtig op enkele 100 meters afstand van de vroegere buitenplaats. Mijn e-mail adres is T@hartm.tmfweb.nl met vriendelijke groeten Ton Hartman.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest