Gepubliceerd 01-08-2001
Hervonden Soest.
We vermoeden het al dat het huisje op de foto van Verdwenen Soest van 20 juni jl bij Soesternaren herinneringen zouden oproepen en we kregen gelijk. Al gauw kwamen de verhalen over et stukje verdwenen soest los. Het huisje eind achtienhonderd gebouwd heeft gestaan aan de Lange Brinkweg nummer 45, precies tegenover de Korte Kerkstraat. Het is in 1969 opgeofferd voor de toegang naar de nieuwe brandweerkazerne op dezelfde plaats waar de in 1999 de nog nieuwere en modernere brandweerkazerne van Soest is verrezen.
De heer R.W.Hoksbergen belde en vertelde ons dat zijn grootmoeder Elisabeth Voskuilen er als jong meisje van elf jaar is komen wonen. De familie Voskuilen komt oorspronkelijk van een boederij uit Hoogland. Hun boerderij ging in vlammen op en dan was je in die jaren rond de eeuwwisseling 1900 "stadskind", je had niets meer. Zij vertrokken naar Diever in Drente en probeerden in de turf wat te verdienen. Daarna verhuisde het gezin naar Hilversum en vandaar naar het huisje op de foto aan de Lange Brinkweg. Met negen kinderen hadden zij het niet breed. Vader Voskuilen werd op Soest bakkersknecht en in het huisje kreeg de geit nog de meeste ruimte toegewezen want die gaf melk. Elisabeth, geboren 10 maart 1904 in Diever was een vrolijk meisje. Ze trouwde op 9 juli 1929 vanuit dit huisje met Roelof Hoksbergen geboren te Amersfoort en zij gingen wonen aan de Birkstraat tegenover het Witte Huis. Uit dit huwelijk zijn de vele in Soest bekende nazaten Hoksbergen voortgekomen.Elisabeth, "Moes" overleed 27 oktober 1995 te Soest.
Het huisje is vele jaren in tweeen bewoond geweest. Volgens adresboek van 1924 woonde G. Visch er ook met Wed. T. Bus en J.C. van Dolderen. Visch was postbeambte later hoofdbesteller. Het gezin met twee meisjes en drie jongens. Op de foto zien we achter het huisje nog een huis staan. Hier woonde voor de oorlog Anton Schouten volgens adresboek van 1934 boerenarbeider. De heer ten Haaf vertelde dat het huis in de oorlog door de luchtbescherming in gebruik is geweest. In een van die kamertjes moesten we gasmaskers testen verteld ex brandweerman Zoetelief. We kregen BB-les van de oude Groart. Er was ook een vuilstortplaats achter. Wij liepen er vaak busjes of andere rommel te zoeken. Na de oorlog in 1948 is Bart Bouwhuizen op de boerderij achter het huis komen wonen. Er werden vijf kinderen geboren. Bart huurde de boerderij van de gemeente, vertelde dochter Mieke. In 1957 kon Bart de boerderij van zijn schoonvader Gexrrit Hilhorst op het Zuidereind in Baarn overnemen en verhuisde het gezin. Als laatste is de familie Pieper er komen wonen. Ook een groot gezin. De heer Zegwaard heeft de afbraak van de twee huisjes in 1969 van nabij meegemaakt. Hij woont nog steeds op Lange Brinkweg 49 tussen de kazerne en de REMU.
Terug naar het voorste huisje. In 1966 trouwde Theo Steenkamp en hij en zijn vrouw Francis kwamen aan de voorkant van het huisje bij Visch in te wonen. Francis vond het heel romantisch. Hun oudste zoon werd er geboren. Francis herinnert zich nog wel de erker met de mooie rode rozen. De losgebroken koe die met zijn kop door het slaapkamerraam keek. De huur van zes gulden per week en de de wat vreemde hoofdbewoner de heer Visch, gek op vrouwen. De heer Visch was naast postbode ook vaste drager bij een begravenisondernemer. Hij had een donker pak met jas met veel borst- en schoudertressen en een zwarte hoge hoed. Als de dood had toegeslagen en Visch in aktie moest komen kwam een grote man op een grote fiets met dubbele stangen dit melden. De Rus werd hij genoemd en als Visch niet thuis was sprak hij in dialekt tot Francis, "Kunt u tegen Visch zeggen dat hij donderdag een dood moet graven".
In 1969 is het huisje door gemeente opgekocht voor een nieuwe brandweerkazerne. Theo en Francis zijn naar de van Goyenlaan verhuisd. Zij wonen nu in Nijkerk maar Francis werkt nog steeds in de verzorging op Marienburg. Zo kwam zij daar toevallig later ook bij mevrouw de Beer-Voskuilen. Deze had boven haar bed de foto van dit huisje hangen. Wat bleek... mevrouw de Beer Voskuilen is in het huisje geboren en Theo en Francis hadden er een paar jaar gewoond. Na haar dood heeft Francis van de familie de Beer (via Meta) de foto gekregen als herinnering.
De heer Ton Beuken belde als eerste. Hij weet dat het huisje aan de Lange Brinkweg stond. Er stonden twee boerderijen en een met nog een huis erachter. Beuken 83 jaar verteld met verve over zijn jeugd en de tijd dat Soest nog maar 8000 duizend inwoners telde. Hij woonde aan de Steenhoffstraat daar waar nu de gebroeders van Woerkom zitten. Vader Beuken onderwijzer verkocht het huis en stuk land aan de heer J.J. Koelman. Die heeft het afgebroken en op de plek een geheel nieuw pand gebouwd. Manufacturenzaak "de Vlijt". Beuken zat als jongen veel in de polder aan het water. Als de polder volliep kwam het water tot aan achter aan de boerderijen. De jongens van de Melm konden dan niet op school komen en daar waren de andere kinderen best een beetje jaloers op. Beuken viel als jongen een keer bij de grote Melm van de pont. Hij riep om hulp maar niemand hielp. Al klauwende wist hij toch aan de kant te komen. "Vanaf dat moment kon ik gelijk zwemmen", verteld hij lakoniek. We gaan met Beuken nog even de Korte Kerkstraat langs. Bij de Petrus en Pauluskerk woonde bakker van Oordt. Daarachter Reijersen en dan Jan van Hees de kapper. Die deed ook iets in kleding. Volgens Beuken de meest arbeidzame mensen van Soest. Dan de Lange Brinkweg over en daar stond dan het huisje van de foto waar vele Soestenaren nog zulke aardige herinneringen aan hebben.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest