Kies een jaartal

Villa Anna Marie

Gepubliceerd 05-02-1992

Geen enkele foto in de rubriek ‘Verdwenen Soest’ heeft zoveel reacties opgeroepen als de villa die gesloopt moest worden 15 januari). Een dozijn brieven en zeker twee maal zoveel telefoontjes en helemaal niet alleen uit Soest: u moet eens weten hoeveel oud-Soesters er over het hele land verspreid zitten, die nog steeds de Soester Courant lezen!. Heel veel reacties, en dus ook veel informatie – maar dat leverde gelijk ook weer een probleem op, want niet alle informatie was gelijkluidend.
We hebben heel veel energie moeten steken in het  nagaan van alles wat we te horen kregen, wat helaas wel veel tijd kostte (daarom duurde het ook bijna een maand voor u iets te lezen krijgt), maar niet altijd leidde tot een helder beeld. We geven u het verhaal dus naar ons beste weten en met veel dank aan alle informanten, en hopen niet te ver naast de waarheid te zitten.
Het verhaal begint omstreeks 1922, toen een Hagenaar, rijk geworden in de tabak op Sumatra, voormalig Nederlands Oost-Indië, van de Soester makelaar Out twee hectare bosgrond kocht. Die grond had Out eerder gekocht van Aleida Kok, landbouwster, weduwe van Pieter Hartman. Op dat grond stond ook nog een woning – de foto hiervan drukken we hierbij af – maar vermoedelijk heeft de bewoner snel het veld moeten ruimen toen de grond een nieuwe bestemming kreeg. Zo ging dat wel vaker in die tijd. De nieuwe eigenaar, Theodoor Hendrik MacGillavry, nam een Haagse architect in de arm, die een naar Nederlandse begrippen zeer ruime villa moest ontwerpen. Verschillende lezers hebben ons gewezen op de gelijkenis met de villa die (nog altijd) langs de grote weg in Huis ter Heide staat, en die in 1969 op een Nederlandse postzegel heeft gestaan. Maar die werd ( in 1915) ontworpen door R. van ’t Hoff, een andere architect dus, zij het wel uit dezelfde school.
MacGillavry moet in 1923 naar Soest zijn gekomen en met zijn vrouw A. de Winter de villa hebben betrokken. De villa gtond er als een symbool van moderne welvaar, en om toch nog wat om handen te hebben deed MacGillavry ook nog wat in automobielen: hij importeerde uit Engeland buschassis van het merk Guy en had daartoe op de hoek Birkstraat-Van Lenneplaan een garage waar verschillende modellen te zien waren.
Helaas echter loopt het verhaal MacGillavry niet goed af want al gauw van de crisis van 1928/29 verloor hij het grootste deel van zijn vermogen. Hij verkocht het huis aan een welgestelde dame, mevrouw Anna-Maria H.Lommen ( die in Utrecht eenhoedenzaak had gehad) en betrok met zijn vrouw een wat bescheidener villa aan de Bartolottilaan. Het verhaal gaat dat hij uiteindelijk al zijn geld kwijtraakte. Hij overleed in 1949 en zijn weduwe leefde nog tot 1979 in een garage aan de Bartolottilaan. Nazaten had het echtpaar niet.
Mevrouw Lommen, die waarschijnlijk haar voornaam aan de villa gag, heeft er negen jaar gewoond en verkocht toen het buiten  aan mr. W.A.J. Visser, die in 1937 burgemeester van Soest was geworden en die het geheel kort daarna overdeed aan zijn vrouw.
Villa Anna-Marie was nu dus de burgemeesterswoning van Soest en zou dat blijven, ook toen Visser in 1939 werd opgevolgd door mr. A.L. des Tome. Des Tombe was in die tijd nog niet getrouwd en bewoonde de villa met zijn moeder, broer en zuster, plus twee dienstbodes. De tuinman Henk van Oest woonde in een dienstwoning op het terrein. Hij zorgde voor het omvangrijke buitengebeuren en reed de auto van de burgemeester.
De oorlogsperiode liet ook Anna-Marie niet onberoerd. Des Tome werd door de Duitsers uit zijn functie ontheven en moest onderduiken. Het pand werd door de Luftwaffe gevorderd en pas in 1945 keerde het burgemeestersgezin terug op dehonk. Overigens niet voor lang want al in de zomer van 1946 werd des Tome benoemd tot burgemeester van Apeldoorn. Zijn opvolger mr. S.P. baron Bentinck vond de villa te groot en vestigde zich vlak er achter in de Vosseveldlaan. Einde van de burgemeesterswoning van Anna-Marie.
De villa die in de oorlog ernstig geleden had, bleek daarna niet zo gemakkelijk meer te bewonen, al zag het er van de straatkant allemaal nog erg imponerend uit. In 1949 deed jonkvrouw Visser-de Geer het buiten over aan mevrouw Prien-Wassink uit Soest, maar via verschillende opvolgende eigenaren kwam het in 1952 tot een veiling, waar mevrouw. W..W. Henning-Haan de nieuwe eigenaar werd.
 


Heeft u aanvullende informatie bij dit artikel, gelieve contact met ons op te nemen

Verdwenen Soest is mede mogelijk gemaakt door

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden