Kies een jaartal

Op Teunis Beuzel kon je rekenen

Gepubliceerd 10-12-2008

Van de vorige eeuw was de gemeente Soest om een flinke gemeentelijke veldwachter verlegen. Er ontstond met enige regelmaat een vacature voor deze functie.
Soest had twee veldwachters in dienst die in bijzondere gevallen werden bijgestaan door een Rijksveldwachter uit Amersfoort. Helaas de gezondheid van de ene veldwachter liet te wensen over. Hij kon bij dag en avond geen grote afstanden meer afleggen en hij had onvoldoende spierkracht om bij arrestatie onwillige personen achter de tralies te krijgen. De andere veldwachter toonde zich niet moedig in zijn optreden, hij durfde niet alleen op de moeilijke gevallen af en solliciteerde naar een betrekking elders. Men zocht een potig iemand, niet ouder dan 30 jaar met een flink gestel, vrij van sterke drank en bekend met het politievak.

Op 25 april 1905 doet de gemeente een oproep in het politieblad met de volgende inhoud: “Salaris
f. 400,00 met 4 jaarlijkse verhogingen van f .25,00 en f. 60,00 voor kleding. Vrije woning, personele belasting en licht en medegebruik van brandstoffen op het gemeentehuis. De vrouw van den vorige titularis genoot f 100,00 voor het dagelijks schoonhouden der lokalen en het aanmaken der kachels in ‘t gemeentehuis.”

Spannende dagen
Naar aanleiding van deze oproep werd Teunis Beuzel te Soest als veldwachter aangesteld . 
Spannende dagen voor de jonge Beuzel. Hij was in die tijd tot over zijn oren verliefde op een meisje uit Dedemsvaart. Op 15 juni 1905 treedt Teunis Beuzel officiel in dienst bij de gemeente Soest. Een maand later op 14 juli 1905 gaan Teunis Beuzel en Jantine Oosterkamp uit Dedemsvaart in ondertrouw en 14 dagen later op 28 juli voltrekt zich het huwelijk naar we aannemen in Dedemsvaart. Het echtpaar komt te wonen in het gemeentehuis van Soest, Steenhoffstraat 2. 
Soest had eindelijk weer een goeie veldwachter. De juiste man op de juiste plaats. Beuzel zou 35 jaar in dienst van de gemeente blijven, eerst als veldwachter en later als gemeentebode.
Vandaag een foto van Teunis Beuzel, met zijn jonge vrouw,de eerste gemeente veldwachter die Soest per rijwiel “besurveilleerde”.
In maart 1907 werd door de Raad besloten hem als vergoeding voor het houden van een rijwiel ten dienste van de gemeente toe te kennen “ene vergoeding van f 15,00 per jaar en te bepalen dat deze vergoeding zal worden berekend te zijn ingegaan op 1 januari 1906.”

Multifunctioneel
Het “nieuwe Raadhuis van Soest in 1893 gebouwd en 14 maart 1894 in gebruik genomen was nog geen tien jaar oud en op de groei gebouwd. 
Multifunctioneel zouden we nu zeggen. De Raadsvergaderingen werden er gehouden. Het diende tevens als politiebureau en aan de linkervleugel was, met enkele loketten voorgeldzaken wissels en zegels het postkantoor ondergebracht. Verder bleef er ruimte genoeg over voor bewoning van de pasbenoemde veldwachter Teunis Beuzel en zijn jonge vrouw, om hier in Soest hun brood te verdienen en een gezin te stichten.
In 1909 werd Beuzel van gemeenteveldwachter aangesteld als gemeentebode en de vertrouweling van de burgemeester.Tot aan de Eerste Wereldoorlog telde Soest vier veldwachters en één rijksveldwachter.
Beuzel weet veel over de oorlog te vertellen.Toen in augustus 1914 de oorlog kwam ging hij met een ratel door het dorp om de “opkomst met spoed”af te kondigen.Dezelfde ratel waarmee brandalarm werd gemaakt en de vuilnisman zijn komst aankondigde. Op het gemeentehuis bleven in die dagen slechts de burgemeester, secretaris en de gemeentebode achter; de overigen waren in dienst.Ook gedurende de afgelopen evacuatie bleef Beuzel als bode op het gemeentehuis. 

Belgische vluchtelingen
Op zaterdagmorgen kwam toen op een goede dag de mededeling dat ‘s middags 160 Belgische vluchtelingen zouden komen.Of Beuzel maar voor warm eten wilden zorgen. Er was bijna niets in het dorp te krijgen. Zijn vrouw ,ook flink uit de kluiten gewassen, nam het op zich voor warm eten te zorgen. Achter in de schuur plaatste zij kookpotten en daarin kookte zij voor zater, zondag en maandag warm eten.Bij Beuzel thuis op het gemeentehuis was de opslagplaats van levensiddelen, die hij tegen afgifte van bonnen aan kruideniers,slagers en bakkers moest distribueren. Op een nacht zaten zijn vrouw en hij tot 4.00uur in de morgen eieren te stempelen. In die ene week stempelde zij 18.000 eieren. ‘s Winter stond hij als bode een ijsmand schol te krabben.Moeilijke tijden rond het gemeentehuis, er was veel te regelen ,maar op bode en zijn vrouw konden de burgemeester en burgers rekenen, Met Teus Beuzel kwam alles weer goed.


Heeft u aanvullende informatie bij dit artikel, gelieve contact met ons op te nemen

Verdwenen Soest is mede mogelijk gemaakt door

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden