Gepubliceerd 15-10-2008
Vandaag een foto uit het hartje van Soest, het oude raadhuis in de Kerkebuurt. In 1893 kwam het leeg te staan, Soest kreeg een nieuw raadhuis nabij station Soestdijk. Het oude raadhuis was te klein geworden, het kreeg een andere bestemming.
In 1900 kwam de nieuw te benoemen gemeentelijke-vroedvrouw van Soest er te wonen. Juffrouw Elisabeth van der Werff, de opvolgster van Dirkje Hilhorst die de tweede helft van de 19de eeuw de kindertjes van Soest van hun zwangere moeders verloste en bakerde.De nieuwe vroedvrouw Elisabeth van der Werff heeft 63 jaar het oude raadhuis bewoond.
Vanaf het begin van de schepping zijn het altijd vrouwen geweest die andere zwangere vrouwen tijdens het bevallen van een kind hebben bijgestaan. De vroedvrouw was lange tijd de algemeen geachte figuur bij de bevalling omdat men geen mannelijke dokter aan het kraambed dulde. In de 17 eeuw kwam er een opleiding tot vroedvrouw en in 1865 een wet die het ambt van vroedvrouw in een paar simpele regels omschreef.
Menslievendheid
De vroedvrouw is verplicht bij de behandeling van kraamvrouwen de meest mogelijke menslievendheid en hulpvaardigheid te betonen. Ze is verplicht kosteloos bijstand te verlenen aan alle behoeftige kraamvrouwen in de gemeente voor zover de vereiste bijstand niet door anderen is voorzien. Ze moest kosteloos bijstand verlenen aan alle ‘doortrekkende’kraamvrouwen.Zo kwam de vroedvrouw ook wel eens in aanraking met woonwagenbewoners. Een belangrijk artikel van de wet luidde, dat de gemeentelijke vroedvrouw bij voorkeur in het centrum van de gemeente moest wonen. Voor zij haar ambt mocht uitoefenen werd zij beedigd.
Elisabeth van der Werff is in Dokkum geboren. Zij behoorde tot de pientere meisjes van de klas. De onderwijzer zag wel wat in haar. Hij heeft er voor gezorgd dat ze naar de vroedvrouwenschool in Amsterdam kon gaan. Waarom zij juist voor verloskunde koos is niet bekend maar mogelijk heeft een bijzondere vroedvrouw uit de geschiedenis van Dokkum haar geinspireerd voor dit vak te kiezen.
Het vroedvrouwen examen was goed verlopen, ze hadden haar daarvoor gecomplementeerd, vertelde ze eens in een interview met de krant.Na haar opleiding kwam ze als verloskundige te werken in het Haagsche Ziekenhuis. Ze was graag in Den Haag gebleven. Er werd goed voor haar gezorgd, het eten stond altijd klaar en ze hielden van mij, vertelde ze. Maar haar vader werd oud en hulpbehoefend en die woonde in Soest. Haar ouders hadden veel voor haar gedaan en nu voelde zij zich verplicht om ook voor haar vader te zorgen. Dat was de reden waarom zij als verloskundige naar de gemeentebetrekking in Soest solliciteerde. Zo kwam juffrouw Elisabeth van der werf, gemeentelijke vroedvrouw van Soest op 28 februari 1900 in het afgedankte oude raadhuis van 1823, op Eemstraat 2 in de Kerkebuurt te wonen. Zij is toen 35 jaar.
Voorcontrole
Er werd in die jaren door de vroedvrouw nog geen voorcontrole gedaan bij vrouwen die een kind verwachte. Wel moest vooraf worden gemeld of de vroedvrouw of de een van de twee artsen van het dorp de bevalling zouden begeleiden. Als het dan zover was werd de juffrouw gehaald. Zij kwam dan lopend of met de fiets of overdag wel met de paardentram. Soms werd ze met de hittekar gehaald. Soest is een grote plattelands gemeente met veel uithoeken. Soms kwam ze te vroeg maar het zal duidelijk zijn dat zij ook wel eens te laat kwam. Juffrouw van der Werff maakte van alles wat zij deed aantekeningen. We hebben begrepen dat zij deze geschriften niet graag uit handen wilde geven, maar dokter J.Kuiper heeft zo’n geschreven boekje eens mogen inzien. Getiteld: ‘’3de Boek Kraamvrouwen” Het beslaat de jaren 1909 tot 1914 en verteld over bijna 700 bevallingen. In 155 van de 700 geboorten was het kind al geboren. In die gevallen zorgde zij wel voor de afhandeling en ze kwam ook nog enkele keren bij de kraamvrouw terug.Het was de gewoonte dat bij het afscheid betaald werd, doorgaans vier of vijf gulden.De armste werden betaald door de Commissie van Weldadigheid, destijds door Koningin Anna Paulona ingesteld.
De twee huisartsen deden ook bevallingen.Zij rekenden tien of soms wel vijftien gulden.
In natura
Een enkele keer werd er in natura betaald. Twee konintjes van de jager van Pijnenburg, of 8 kleine botjes van een viswijf. Zo kan men een indruk krijgen hoe men leefde in die tijd voor de eerste wereldoorlog in Soest.Tot ongeveer 1930 is Elisabeth van der Werff in Soest als vroedvrouw werkzaam geweest.
Na haar werkend leven blijft ze in het grote kille Raadhuis aan de Eemstraat wonen.Helemaal alleen met haar poezen. Een windhokje bij de voordeur, hoge vertrekken en koude gangen. Ze weet de kamer van de burgemeester nog te wijzen en ook het cachot, daar heeft ze het bad gezet. Het kamertje waar de brandspuit stond was ook nog in tact.
Spuitje
Begin van de oorlog zat Soest in de gevechtslinie. Iedereen moest evacueren. Toen heeft ze haar poezen maar een spuitje gegeven. Je kunt die beesten niet laten zwerven. Het waren alarmerende geruchten. Een week later was iedereen weer thuis. Juffrouw van der Werff heeft toen gelijk weer twee zwerfpoezen in huis genomen.
Zo leefde ze nog jaren eenvoudig en sober in de Kerkebuurt, het hartje van Soest.Ondanks het zware werk dat Elisabeth van der Werff moest verrichten is ze toch bijna 100 jaar geworden. Vroedvrouw schijnt een gezond beroep te zijn, alleen weggelegd voor de zeer sterken. Ze had zich vast voorgenomen ook op dit plekje in de Kerkebuurt haar leven mogen te beeindigen.Maar op een gegeven moment vond in de buurt dat dit niet meer kon.In de winter van 1963 is ze in bijna bevroren toestand liefdevol opgenomen in verzorgingshuis De Alden Terp aan de Nieuweweg waar ze in 1965 op een paar maanden na honder jaar oud in alle rust en vrede is overleden.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest