Gepubliceerd 23-07-2008
Vandaag in Verdwenen Soest een foto van de eerste winkel aan de Ossendamweg in 1938 gebouwd. De Ossendamweg was kort daarvoor nog een zandweggetje waar aan de Buntzijde koren werd verbouwd en de plek waar het dubbele winkelhuis moest komen was voorheen nog een stukje grond waar Uyland zijn aardappelen verbouwde. De eerste bakker aan de Ossendamweg van Dirk Strietman. Hij had voor die tijd een bakkerij aan de Schoolstraat op Overhees, nu Insingerstraat. Dirk wilde met zijn bakkerij liever wat meer in de bewoonde wereld zitten. Aan de Schoolstraat moest al het brood over heel Soest worden bezorgd en verkocht hij verder wat via de bakkerijdeur. In het nieuwe pand had de bakkerij een echte winkel met een etalage.
Naast bakker Strietman vestigde zich kleermaker Joh. L Groenestijn. Hij was al wat bekend met Soest en een jaar tevoren al begonnen aan de Torenstraat 1c. In hetzelfde pand vestigde zich ook A.Pits de Haagsche Kapper. Pits was getrouwd met een dochter van Groenestijn.
Met een stevige advertentie in de Soester Courant werd de overstap van de Torenstraat naar de nog zeer landelijke Ossendamweg bekendgemaakt.
Nog niet lang daarvoor reed volgens Ko Uyland zomers Koningin Wilhelmina in een open rijtuig wel eens over de nog niet bestrate Ossendamweg voorafgegaan door een sproeiwagen die de zandwegen van Soest natspoot zodat Majesteit en haar gezelschap niet in opwaaiend stof zouden belanden.
Al woonde er nu een bakker ,een kapper en een kleermaker, een winkelstraat is de Ossendamweg nooit geworden. Kapper Pits kon achteraf op dit plekje niet zijn brood verdienen. Hij probeerde dapper een klantenkring op te bouwen en adverteerde regelmatig in de Soester Courant met zeer aantrekkelijke prijzen. De concurentie was te groot in die jaren. De kappers hielden elkaar in de gaten. Toen de jonge Pits vanwege de mobilisatie zich moest melden en tijdelijk de klanten aan een kennis toevertrouwde, waren de Soester kappers er als de kippen bij de Haagsche kapper uit Soest te krijgen. De invaller werd verbaliseerd omdat hij niet de vereiste diploma’s had. Pits wist vervroegd uit dienst te komen nam het roer weer over maar uiteindelijk is de Haagsche kapper kort daarna uit Soest vertrokken richting Den Haag.
De reden dat de Haagsche familie zich in Soest vestigde was de zwakke gezondheid van hun jongste dochter Nelleke. Nelleke kon kennelijk niet tegen het zeeklimaat van Den Haag. Zij was voor die tijd al meer dan eens voor een paar weken naar Soest gestuurd om in kinderhuis KiNaBu (kinderen naar buiten) aan de Amersfoortsestraatweg aan te sterken. Was zij weer thuis in Den Haag dan kwamen ook de kwaaltjes terug. Nelleke voelde zich het beste in de boslucht van Soest. De familie haakte de knoop door om zich voorgoed in Soest te vestigen.
Nelleke groeide in het gezonde Soest op tot een blozende jonge meid. Ze hielp haar vader bij allerhande werkjes in het kleermakersvak. Knopen aanzetten en knoopsgaten omzomen en voeringen van maatpakken inrijgen. Al die werkjes vereiste zeer nauwkeurig werken. Vader was erg streng vertelde ze wel eens. Zag een knoopsgat er niet perfect uit dan kon ze de hele zaak uithalen en opnieuw beginnen.
Na de oorlog maakte ze kennis met Willem Kramer een jongen van de Nieuweweg. Willem was protestant en Nelleke van huis uit katholiek. Nelleke nam Willem af en toe mee naar de Heilige Familiekerk en toen het serieus werd naar meneer pastoor zelf. Pastoor Lommers wist wel raad in zulke gevallen. Na een korte leerperiode konden ze op de zegen van pastoor Lommers rekenen mits eventuele kinderen katholiek zouden worden opgevoed. Elf maart 1949 stonden de koetsjes voor de deur en traden Nelleke en Willem Kramer in het huwelijk.
Het jonge paar ging boven de zaak wonen. Een paar jaar later werd er een zoon Peter geboren. Kramer werkte als bankwerker bij het Werkspoor in Utrecht. In 1970 werd besloten dat Nederland een te klein land was om zelf nog treinstellen te maken. Werkspoor Utrecht verdween in zijn geheel en Kramer 52 jaar oud en anderen uit Soest konden van een afvloeiingsregeling gebruikmaken. Hij kwam niet meer aan werk. Later werd Kramer vooral bekend als een van de eerste Overzetters van kinderen op de steeds drukkere Ossendamweg. Hij was ook de eerste in Soest met een oranje overzetters tenue, wat een autoriteit van hem maakte. Als Wim Kramer het stopbord ophief wee je gebeente als je niet op de rem trapte.
Nelleke heeft nadat haar ouders waren overleden het werk van haar vader gedeeltelijk voortgezet. Je kon bij haar kleding om te stomen inleveren. Ze was specialist in het inkorten van jurken en broeken. De knopengulp raakte uit en werd vervangen door de rits. Ze heeft honderden ritsen ingezet. Kortom je kon bij mevrouw Kramer-Groenestijn voor het vermaken van kleding terecht. Ze had tot het laatst een vaste klantenkring.
De familie Kramer was een fervent aanhanger van Feijenoord. Speelde Feijenoord thuis dan zaten vader Willem moeder Nelleke en zoon Peter op de tribune in Rotterdam. Zij waren abonnementhouders.En onderweg ergens lekker eten, dat was de zondagse besteding. In 1992 overleed vader Willem nogal plotseling. Gelukkig had moeder Peter nog in huis. Peter zorgde heel goed voor zijn moeder. Hij werkte bij Quest International B.V. in Naarden. Iedere werkdag omstreeks twaalf uur, voor hij ging lunchen, belde Peter naar zijn moeder om gewoon even contakt te hebben, ma hoe is het. Veel mannen bij Quest waren juist aanhangers van Ajax en Peter werd als Feijenoorder nog wel eens geplaagd. Op een dag in november 1998, Peter had als gewoon zijn moeder gebeld en enkele uren daarna moest een chef van het bedrijf het droevige bericht bij moeder brengen dat Peter op het werk door een hartstilstand was overleden.
Dit bericht kwam hard aan. Moeder Nelleke bleef alleen achter met thuis het stille verdriet om man en zoon. Toch bleef ze niet in een hoekje zitten maar het werk als dochter van een kleermaker trouw. Zondags naar de kerk en doordeweeks naar soms een klaverjasavond of bingo. Ook regematig een etentje bij de Vijverhof. Verder kennen we haar ook van de vele georganiseerde dagreisjes voor ouderen. Begin 2007 verhuisde ze naar Honsbergen, daar is ze na een halfjaar overleden, 88 jaar oud, klein van stuk maar dank zij het klimaat van Soest een oersterke vrouw.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest