Kies een jaartal

Bakker van Ee Kerkstraat 7 Soest

Gepubliceerd 19-03-2008

‘Jullie krijgen geen brood meer‘

Vandaag in Hervonden Soest een foto van het pand Kerkstraat 7. Voor de zaak staan bakker Cees van Ee en zijn vrouw. In het pand zijn vanaf 1870 zes bakkers gevestigd geweest. Van den Hoven, Van de Breemer, Jacobs en als vierde Cees van Ee. Na van Ee vestigde zich in dit pand nog Van der Maale en daarna bakker Wolse.

Bakker Jacobs was een aparte kerel en een wat luie bakker met een grote baard. Van hem zijn een paar verhalen bewaard gebleven. Bakker Jaobs is overigens niet zo lang als anderen in het bedrijf werkzaam geweest. In 1912 deed hij de zaak over aan Van Ee. Het verhaal wil dat hij een grote hond had, bepaald geen schoothondje. Het was een uitstekende de waakhond die vooral waakte als de bakkersvrouw afwezig was. Bakker Jacobs moest dan op de winkel passen, en meestal had daar niet zoveel zin in. Hij vond het nogal bezwaarlijk om uit zijn stoel op te staan om de klanten te helpen.Daarom legde hij bij afwezigheid van de bakkersvrouw zijn hond voor de winkel.Als die er lag durfde de mensen niet naar binnen. Bakker Jacobs had een broodkar die door een paard werd getrokken. De meeste bakkers hadden toentertijd nog een hondenkar.Tegen zijn bediende die op de Bunt brood bezorgde zeiden de mensen wel “Wat is die Jacobs toch een rare bakker” vanwege zijn baard. De bediende vertelde dit weer tegen zijn baas die driftig opsprong en boos naar de bewuste klanten draafde ‘Jullie krijgen geen brood meer van mij’,vertelde hij hun. Gelukkig konden de klanten hem overtuigen dat zij het niet zo kwaad bedoelden.zodat de kwestie werd bijgelegd. 

Machinaal
Wij denken dat de foto tussen 1925 en 1930 is gemaakt. Aan de teksten op de gevel is te zien dat Cees van Ee in zijn tijd een vooruitstrevende en moderne bakker moet zijn geweest. Er waren maar weinig bakkers met naast de winkel een Lunchroom en teksten als Electrische Brood- en Banketbakkerij duiden erop dat er machinaal werd gewerkt in de bakkerij. Het is bekend dat gemeente Soest met de voorziening electriciteit vroeg was en met de voorziening gas laat. Moderne bakkers schaften zich zodra het bedrijf was aangesloten op het elektriciteitsnet een deegmachine ook wel kneedmachine genoemd aan en een klutsmachine en vaak ook nog een amandelwrijfmachine. Dure inverteringen. Als er dan nog geld was kocht men vaak voor moeder de vrouw een nog wasmachine. Het zware kneedwerk verdween zo uit de bakkerij en de bakkersvrouw was van het boenen af. Ze waren trots op deze investeringen en dat werd op de gevel met grote letters kenbaar gemaakt. 
In april 1934 is het pand van bakker van Ee door de bliksem getroffen en grotendeels door brand verwoest. De Soester Courant deed er verslag van.

“Tijdens een korte onweder , dat maandagavond boven onze gemeente woedde, sloeg te ongeveer 9 uur de bliksem in de woning van bakker van Ee aan de Kerkstraat. Zeer jammer was het, dat niemand er in de stagnatie van het eerste ogenblik aan dacht de brandweer te waarschuwen, zodat deze haar eerste alarm pas ontving te ongeveer 9.15 uur, toen de vlammen reeds uitsloegen”. Gelukig was de vrijwillige brandweer snel ter plaatse. Luttele minuten ,nadat de tonen der sirene varen vervaagd, werd reeds met 2 stralen op de waterleiding water gegeven. Spoedig daarna volgde een derde straal. Bij aankomst van de branweer sloegen de vlammen al uit het dak en uit de ramen van de achtergelegen bakkerij en uit de ramen boven aan de voorkant van het huis.De hemel was rood gekleurd en een vrij dichte vonkenregen daalde in de omgeving neder. Het woonhuis en winkel liepen veel waterschade op. Maar het meubilair kon tijdig worden gered. Ook een hondje dat in de consternatie in het brandende perceel was achtergebleven, kon tijdig in veiligheid worden gesteld. De nablussing duurde nog geruime tijd maar de vrijwillige brandweercorps kreeg een dikke pluim voor het snelle optreden. Gedurende de brand werd het verkeer in de Kerkstraat door de politie langs de Torenstraat geleid, die toen weer eens van verkeer uit beide richtingen profiteerde. 

Het pand is na de brand weer opgebouwd in de stijl zoals het voorheen was en zo bleef het een passend gebouwd in de historische Kerkebuurt.
Van Ee verkocht de bakkerij iets voor het eind van de oorlog aan de uit Zeeland afkomstige bakker van der Maale. Van der Maale voelde zich niet zo thuis in deze omgeving en keerde in 1948 terug naar het Zeeuwse land, waar zijn nakroost in Rilland, de poort van Zeeland , nog steeds een goed florerend bakkersbedrijf runnen. Na van der Maale kwam bakker Wolse, ook uit Zeeland. Wolse moest begin jaren ’70, in de tijd van de bakkerssanering, zijn bakkerij wegens gezondheidproblemen beeindigen. Hij en zijn vrouw bleven boven de winkel wonen en na Wolse vestigde Emma Middelman zich in het pand met kinderkleding onder de naam MiKiMo. Vandaag aan de dag is in pand Kerkstraat 7 een zonnestudio gevestigd. Er wordt in het pand geen brood meer gebakken maar de Soester kan hier min of meer het bleke lijf wat laten bruinen. De bakkers zijn helaas voorgoed verdwenen soest.

Nagekomen commentaar: Beste Gijs,

Vandaag las ik op internet je laatste stukje over bakkerij Van Ee aan de Kerkstraat 7 te Soest. Altijd aardig zo‘n stukje geschiedenis van een oud Soester pand.

Hierbij enkele aanvullingen uit mijn aantekeningen voor wat betreft de oudste geschiedenis van de bakkerij; er zat namelijk nòg een bakker in dat pand voor de familie Van den Hoven! Met behulp van de bevolkingsregisters zullen nog wel wat meer puntjes op de i gezet kunnen worden.

De grond waarop de bakkerij is gebouwd was van de familie Kuijer van de boerderij Bleijendaal. Zij verkochten omstreeks 1870 een stukje van hun bouwland tussen het Kerkpad en de straatweg (later Kerkstraat) aan Leendert Johannes Derksen, die daarop een bakkerij bouwde en de eerste bakker werd in dit pand. Leendert was geboortig van Utrecht en trouwde in 1871 in Soest op 41-jarige leeftijd met Willemijna Elbersen uit Amersfoort. Omstreeks 1878 verkocht hij de bakkerij aan Jacobus Johannes Kamerbeek (1849-1893) en Rijkje Hartman (1849-1935) en vertrok zelf met zijn vrouw vermoedelijk naar Utrecht waar hij in 1885 is overleden.

Jacobus Kamerbeek was aanvankelijk winkelier maar werd omstreeks 1885 tapper/herbergier in De Gekroonde Valk (na 1893: De Gouden Ploeg) en deed in diezelfde tijd de bakkerij aan de Kerkstraat over aan zijn zwager Willem van den Hoven (1846-1902), in 1884 getrouwd met Wilhelmina Hartman (1853-1932). Willem van den Hoven overleed in juli 1902 en liet zijn vrouw na en vijf kinderen, de oudste zestien jaar oud en de jongste acht. Zijn weduwe heeft wellicht met hulp van anderen de zaak nog enige tijd voortgezet.

Als de daarop volgende bakker noem je "Van de Breemer". Ik vermoed echter dat dit zal zijn geweest: Cornelis Johannes van Breemen (1886-1959), een bakkerszoon uit Hilversum, die in 1907 in Soest trouwde met Geertruida Johanna Maria Kamerbeek (1883-1962), een van de dochters van eerdergenoemde Jacobus Kamerbeek! Wellicht was Cornelis van Breemen eerder bakkersknecht geweest bij de familie Van den Hoven.
Van bakker Jacobs weet ik verder niets. Na de brand op 16 april 1934 werd de bakkerij c.a. herbouwd naar ontwerp van architect A.K. van der Meer uit het Friese Akkerwoude (Waarom deze Friese architect?); de aanbesteding vond plaats op vrijdag 15 juni 1934 (Zie SC 06.06.1934). In de bijlage vind je nog enkele advertenties uit de Soester Courant uit de periode Van der Maale en Wolse. Van der Maal noemde zijn bakkerswinkel aanvankelijk "De Zeeuwsche bakker" of "De Zeeuwsche Bakkerij"

Met vriendelijke groet,

Gérard Derks
Arnhem.


Heeft u aanvullende informatie bij dit artikel, gelieve contact met ons op te nemen

Verdwenen Soest is mede mogelijk gemaakt door

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden